Indrukwekkende lechtval De Magnustritt in de rots
Kort voor de Oostenrijkse grens, vlakbij Füssen-Ziegelwies, ligt de kloof met de beroemde Lechfall, met de Maxsteg en Magnustritt. De Lechfall is een uniek natuurmonument in de Beierse Alpen. De Lech valt in een imposante waterval in vijf stappen ongeveer twaalf meter naar beneden aan een breed front. Onder de waterval versmalt de rivier en komt in de Lech kloof, die de Lech in duizenden jaren in de rots heeft gegraven. De rots waarin de Lech zich heeft gehouwen, bestaat uit kalksteen en dolomiet, die zo’n 235 miljoen jaar geleden in een ondiepe zee zijn afgezet. De Lechfall werd ongeveer 12.000 jaar geleden aan het einde van de laatste ijstijd gevormd. Na het smelten van de Lechgletsjer vormde zich een groot meer in de Lech- en Villeydalen, dat zich uitstrekte tot aan Pfronten. Bij de Lechfall van vandaag vielen de watermassa’s weer meer dan 100 meter in de diepte. De Lechschlucht kloof is de enige in het hele Beierse Alpengebied waar een grotere Alpenrivier nog vrij en onbelemmerd door de mens kan stromen. De smalle Maxsteg leidt over de Lechfall, van waaruit men – vooral bij vloed – een indrukwekkend beeld krijgt van het natuurmonument!
Men zegt dat de kloof de stad Füssen zijn naam gaf (late kraan = kloof) en veel mythische verhalen opleverde. Tot 1920 vonden er nog pelgrimstochten plaats naar de Magnustritt, een rotsachtige uitloop bij de Lechfall. Het toont de voetafdruk van Saint Magnus, die hij achterliet op de vlucht vanaf de heidenen. De zogenaamde magnusstap, een versteende depressie, wordt geïnterpreteerd als een footprint.
Magnus (1193 – 1280)
was godsdienstheilige van de Benedictijnen en dus is zijn toewijding vooral ook te vinden in de benedictijnenkloosters. In het Alpengebied werd hij vereerd als beschermheilige van de natuurwetenschappen.